Maandag 7 maart 2011.
De onrusten in Libie en andere delen van het Midden Oosten zijn debet aan de almaar stijgende olieprijs, aldus de media. De eerste onderzoeken wijzen al uit dat er minder auto’s op de weg zijn, als gevolg van de exorbitant hoge brandstofprijzen die aan de pomp worden berekend. Klaarblijkelijk is er dus toch een grens aan het autogebruik in combinatie met de hoogte van de brandstofprijs. En… de angst voor een stagnerende groei van de economie ligt op de loer…
We kunnen er niet omheen; de hoge olieprijs raakt ons allemaal, en vooral in de portemonnee. Jaja, het is duidelijk… we zijn verslaafd aan olie.
Alternatieve vormen van energie
De huidige alternatieve en duurzame energiebronnen zijn ontoereikend om onze onstilbare honger naar energie te voldoen. Hiermee wordt pijnlijk duidelijk dat het ontwikkelen en mogelijk maken van alternatieve vormen van energie geen “luxe- en groene promotieprojectjes” zijn, maar bittere noodzaak. Het hard blijven werken aan duurzame bronnen van energie zal de komende decennia alle aandacht moeten krijgen, niet alleen voor “de energie voor morgen”, maar ook energie voor onze volgende generaties.
Zuinig met energie
Alleen maar werken aan alternatieve energiebronnen is niet voldoende. Het vraagt van ons om ook na te denken over ons gebruik van energie, hoe we dat slimmer en effectiever kunnen doen. Zuiniger omgaan met energie is afgelopen jaren een meer en meer populair onderwerp. Dit zien we terug in technologische ontwikkelingen in- en rondom ons huis; Isolatie, HR ketels, zuinigere auto’s, energiezuinig huishoudelijk apparatuur et cetera.
Alternatieve vormen van werk
Velen van ons werken voor een inkomen. Om te (gaan) werken gebruiken we ook flink wat energie! Volgens Rijkswaterstaat gaan dagelijks drie miljoen automobilisten de weg op en leggen we samen ongeveer 165 miljoen kilometers af. Dat is ruim 61,5 miljard kilometer per jaar… Stel dat gemiddeld voor elke 10 gereden kilometer 1 liter brandstof nodig is?
Laten we eerlijk zijn… dit kan slimmer.
Vandaag de dag staat “Het Nieuwe Werken” vol in de belangstelling. Het wordt van vele kanten belicht; thuis werken, tijd en plaats onafhankelijk werken, work-life balance, aantrekkelijke werkgever zijn voor toekomstige werknemers, maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en ordinaire bezuinigingsmaatregelen die door bedrijven worden genomen.
Toch wordt naar mijn mening het meer en meer pijnlijk duidelijk dat nieuwe manieren van werken (Het Nieuwe Werken) geen “luxe” meer is, of een ordinaire bezuinigingsmaatregel. Ook hier geldt dat het bittere noodzaak is om binnen de veranderende maatschappij staande te blijven.
In verschillende onderzoeken is te lezen dat Het Nieuwe Werken nu al tot 60 miljoen kilometers per jaar kan besparen. Uit onderzoek van Vodafone blijkt dat per medewerker 750 KG CO2 per jaar per medewerker kan worden bezuinigd door het invoeren van Het Nieuwe Werken…zo maar een paar cijfers om bij stil te staan.
Pijn… of plezier
Velen van ons kennen “de kikker metafoor in kokend water”. Om de metafoor maar wat meer menselijk te maken en in een andere context te plaatsen; Wanneer je zelf uit een koude omgeving komt en in een heet bad springt van ongeveer 42 graden Celsius, heb je het gevoel dat je levend verbrand, en erg aangenaam is het niet. Het weerhoudt velen om in dat bad te springen.
Wanneer je in dat zelfde bad stapt, maar dan beetje bij beetje, en wacht tot je “door” bent, zal je merken dat het hete bad heerlijk aangenaam aanvoelt.
Laten we nieuwe manieren van werken omarmen en zien als een heerlijk warm bad, waar we even “door” moeten, de een wat sneller dan de ander, en waarmee we vervolgens een belangrijke bijdrage leveren aan een meer duurzame omgeving en effectiever omgaan met onze energie.